Veel oude stammen geloofden dat de Aarde zich bevond in een enorme koepel, waarop we elke nacht de sterren zagen bewegen. Jaren later begrepen we dat de sterren eigenlijk ver weg zijn, verspreid over de Melkweg en verder. Ze reizen niet over de binnenkant van een enorme bal, zoals het misschien lijkt. Toch is dit oude idee nog steeds nuttig. Tegenwoordig noemen we deze bal de ‘Hemelbol’ (of ‘Hemelsfeer’), dat ons een simpele manier geeft om het Universum in kaart te brengen. Voor het maken van de kaart negeren we hoe ver weg de sterren staan. In plaats daarvan doen we alsof alles dat we zien in de lucht, geplaatst is op de binnenkant van een enorme bal die om de Aarde ligt, zoals mensen dat vroeger deden. Deze ovale afbeelding lijkt misschien op een prachtig versierd Paasei, maar het verbeeldt de hele lucht. Deze afbeelding is eigenlijk een kaart, die laat zie hoe de Gaia-satelliet de lucht waarnam tijdens zijn werk in de eerste veertien maanden. Om zijn missie te volbrengen en het hele Melkwegstelsel in kaart te brengen, draait Gaia langzaam door de ruimte, en laat in grote cirkels zijn ogen dwalen over de gehele hemel bij nacht. Het ruimtevaartuig draait vier keer per dag, en het draait om de zon, wat betekent dat het elke dag verschillende delen van de lucht bekijkt!
Tijdens zijn vijfjarige missie, zal Gaia duizend miljoen sterren waarnemen, allemaal ongeveer 70 keer. Dat betekent dat het zo’n 40 miljoen sterren per dag zal bestuderen!