Dag na dag wordt de Aarde gebombardeerd met meer dan honderd ton aan stof en deeltjes zo groot als een zandkorrel. Dat is evenveel als het gewicht van veertien olifanten. Eens per jaar komt een asteroïde zo groot als een auto in de atmosfeer van de Aarde, en verbrandt als een enorme vuurbal voordat het de grond raakt. Elke tweeduizend jaar wordt de Aarde geraakt door een ruimtesteen zo groot als een blauwe vinvis. Dat is een walvis en is het grootste dier op onze planeet. En elke paar miljoen jaar komt een object langs dat groot genoeg is om de toekomst van de mensheid te bedreigen. Maak je geen zorgen, want er zijn allerlei gekke manieren bedacht om de Aarde te beschermen van deze zeldzame gevaren uit de ruimte. Bijvoorbeeld het opblazen van de asteroïden met kernwapens, of ze raken met een ruimteschip om ze uit hun koers te brengen. Maar voor we proberen om de Aarde te beschermen tegen een fatale inslag, moeten we eerst alle asteroïden ontdekken die misschien gevaarlijk zijn. Onderzoekers over de hele wereld hebben daar hard aan gewerkt. Tot nu toe zijn 15.000 van deze zogenaamde ‘Near-Earth Objects’ ontdekt – met nog velen te gaan. Near-Earth Objects, of NEOs, zijn asteroïden of kometen waarvan hun baan dicht bij de onze komt, wat betekent dat ze onze planeet kunnen raken. We denken dat ongeveer negentig procent van de grootste NEOs zijn ontdekt (dat zijn negen op de tien asteroïden). Alleen is maar één van elke tien middelgrote NEOs gevonden, en moeten 99 van elke 100 kleinste asteroïden nog gevonden worden. De kans dat één van de 15.000 NEOs die we gevonden hebben, in de komende veertig jaar zullen inslaan op de Aarde, is heel klein. Maar toch is het belangrijk om ze goed in de gaten te houden, om te checken dat ze niet uit hun baan raken.
Sommige asteroïden zijn zó groot, dat ze hun eigen manen hebben!