Het Universum begon 14 miljard jaar geleden met een grote explosie (in het Engels: Big Bang). Het hele Universum bevond zich in een kleine bubbel, miljarden keer kleiner dan de kop van een naald. En plotseling… kwam ons Universum tot leven.
In minder dan een seconde, groeide het Universum van kleiner dan een haar, tot groter dan een sterrenstelsel. En het bleef groeien. Sterker nog, tot de dag van vandaag blijft het Universum zich uitbreiden. Hij wordt alsmaar groter en groter!
Jaren geleden zag een man genaamd Edwin Hubble, dat sterrenstelsels ver van ons vandaan veel roder leken dan normaal. Dit fenomeen noemen we ‘roodverschuiving’ (in het Engels: redshift). Het licht van deze sterrenstelsels lijkt rood omdat ze steeds sneller van ons vandaan bewegen. En degenen die het meest ver zijn, versnellen het meest!
Met dezelfde techniek als Hubble (en een ruimtetelescoop die naar hem vernoemd is), hebben sterrenkundigen zojuist het record afstand in de ruimte verbroken, door het meten van de afstand tot het meeste verre sterrenstelsel ooit in het Universum!
Het nieuwe sterrenstelsel is een kolossale 13 miljard lichtjaren ver weg; 150 miljoen lichtjaar verder dan de vorige recordhouder! Het licht dat we zien van dit sterrenstelsel heeft door de ruimte gereisd sinds het Universum slechts 400 miljoen jaar oud was – dat is niet lang nadat de eerste sterren begonnen te vormen.
Het vergelegen sterrenstelsel is klein vergeleken met ons sterrenstelsel, de Melkweg. Het is klein maar krachtig; er worden daar twintig keer meer sterren geboren dan in de Melkweg!