Iets meer dan honderd jaar geleden kon je overal op Aarde, waar dan ook, duizenden sterren zien fonkelen aan de donkere nachthemel.
Vandaag de dag blokkeren felle elektrische lampen in steden en dorpen het meeste sterlicht voor onze ogen, waardoor er maar een paar overblijven. En met meer dan de helft van de wereldbevolking in steden, hebben drie op de vier mensen nog nooit de magie ervaren van een écht donkere nachthemel.
Als je op een heldere nacht een afgelegen natuurgebied bezoekt, zal je de fantastisch mooie gloeiende band zien van de Melkweg die zich uitstrekt over de hemel. Wat we dan eigenlijk zien, is ons eigen sterrenstelsel terwijl we van opzij naar haar schijf kijken.
Omdat ons Zonnestelsel aan de rand van de Melkweg ligt, kunnen we naar het centrum kijken en de meeste van haar sterren zien (samen met vele wolken van gas en stof). Met alleen onze blote ogen is het lastig om individuele sterren te onderscheiden in de dichtstbevolkte gebieden van de Melkweg, maar dit kan wel met een telescoop.
Met gebruik van een grote telescoop (2,5 meter breed) hebben astronomen deze super gedetailleerde kaart in elkaar gezet van de noordelijke helft van ons sterrenstelsel. De kaart bevat 219 miljoen individuele sterren!
De noordelijke helft van onze Melkweg bevat veel meer dan 219 miljoen sterren. Maar de nieuwe kaart laat de sterren weg die meer dan één miljoen keer zwakker schijnen dan zichtbaar is met het blote oog.