Eens in de 50 jaar explodeert ergens in onze Melkweg een zware ster. We noemen dat een supernova-explosie. Bij deze gigantische ontploffing worden de buitenste gas-lagen van de ster de ruimte in geslingerd. Dit hete gas geeft röntgenstraling af, die sterrenkundigen met speciale ruimtetelescopen kunnen fotograferen.
Van de ontplofte ster blijft een kleine, dichte bal over, een neutronenster. Zo’n neutronenster is twee keer zo zwaar als onze zon, maar heeft een doorsnede van maar 24 kilometer; 60.000 keer kleiner dus dan de zon.
Deze nieuw foto toont de overblijfselen van zo’n supernova-explosie. Bijzonder is, dat de neutronenster (de kleine oranje/gele cirkel aan de rechterkant van de foto) ver weg staat van de plek waarop de sterrenkundigen denken dat de supernova afging (in het midden van de foto).
Als de explosie inderdaad op die plek is afgegaan, vormt deze waarneming extra bewijs voor het vermoeden dat neutronensterren een enorme ‘schop’ kunnen krijgen tijdens een supernova-explosie.
Volgens de berekeningen van de sterrenkundigen beweegt de neutronenster met een snelheid van 4,8 miljoen kilometer per uur!